Audrey’s herinneringen aan de vliegramp bij Zanderij

In de vroege ochtenduren van 7 juni 1989 voltrok zich een van de grootste tragedies in de luchtvaartgeschiedenis van Suriname.

Omstreeks 04.27 uur stortte een toestel van de Surinaamse Luchtvaart Maatschappij (SLM) neer tijdens een poging tot landing in dichte mist op de luchthaven van Zanderij.

Van de 187 inzittenden overleefden slechts elf passagiers en een hond de ramp. De overige 176 mensen, onder wie alle negen bemanningsleden, kwamen om het leven.

Audrey, destijds leerling in de vijfde klas van de basisschool en wonend in Zanderij, herinnert zich die dag nog glashelder.

“Mijn opa stond elke ochtend om vijf uur op om thee te maken en zette dan de radio aan,” vertelt ze aan MooiSuriname.

“Die ochtend was het anders. Er was breaking news over een vliegtuigongeluk, maar het was nog niet officieel bevestigd.”

“Het was die dag zo mistig dat je nauwelijks de huizen van de buren kon zien. We maakten ons klaar om naar school te gaan.”

“Maar overal hoorde je sirenes en zag je voertuigen met hoge snelheid voorbijrazen. Mijn oom, een verpleger, werd gebeld en moest meteen weg. Een andere oom, die in het leger zat, vertrok ook halsoverkop.”

Pas later in de ochtend werd het bericht officieel bevestigd: een vliegtuig was neergestort. De schok was enorm.

“Het werd een stille dag. Overal hoorde je mensen praten over het ongeluk, het nieuws werd steeds herhaald. Uiteindelijk gingen we niet naar school, want de lessen werden afgelast.”

Audrey herinnert zich ook hoe haar ooms terugkwamen na hun inzet op de rampplek.

“Ze zagen er heel bleek uit. Ze konden niet eens eten. Je zag dat het hen iets had gedaan. Ze hadden iets verschrikkelijks gezien, en dat bleef aan hen kleven.”

Een week later organiseerde de school een bezoek aan de rampplek. “Ze wilden dat we zagen wat er gebeurd was,” legt Audrey uit.

“De meeste brokstukken waren toen al opgeruimd, maar je zag nog wrakken en persoonlijke bezittingen liggen zoals schoenen en tassen. En er hing ook een vervelende geur. Voor mij als kind was het best eng.”

Het beeld van die plek is haar altijd bijgebleven. Maar ook de verhalen die daarna rondgingen, lieten diepe indruk achter.

“Er werd gezegd dat mensen die daar ’s avonds de wacht hielden geluiden hoorden, alsof mensen aan het huilen waren.”

Hoewel Audrey geen familie verloor bij de ramp, voelt ze zich nog altijd diep geraakt door de gebeurtenissen van die dag.

Voor haar en velen anderen is 7 juni 1989 geen datum in een geschiedenisboek, maar een dag die voor altijd in het geheugen gegrift staat.

Een dag waarop levens verloren gingen, een gemeenschap werd opgeschrikt en Suriname voorgoed veranderde.