Voor supermarkten, op markten en langs drukke straten is het een vertrouwd beeld. Ingewandengerechten zijn in Suriname geen rariteit maar vaste kost.
Waar andere landen runderpens en darmen links laten liggen, worden ze hier met liefde gekruid, gestoofd en opgegeten.
Babat, slabber, bere en bloedworst verdwijnen dagelijks in dampende bakjes, vaak in de ochtend of rond de middagmaal.
Een portie rijst, zuurgoed en wat hete peper maken het compleet. De geur is sterk, de smaak uitgesproken, en voor velen roept het herinneringen op aan vroeger.
Op sociale media delen mensen trots foto’s van hun bord. Sommigen noemen het een ode aan hun grootouders, anderen genieten gewoon van de bekende textuur en volle smaak. “Je moet weten wat je doet met babat,” schrijft iemand. “Het is geen haasteten. Het vraagt tijd en gevoel.”
Ondanks de opkomst van internationale ketens blijft deze traditie overeind. Jongeren ontdekken het opnieuw, soms uit nieuwsgierigheid, soms omdat ze er thuis mee zijn opgegroeid. Het is geen mode, geen trend, maar onderdeel van wie we zijn.
De ingewanden staan niet alleen op het vuur, maar ook stevig in de cultuur. Wat ooit als rest werd gezien, is hier een volwaardig gerecht met een verhaal.
Jennifer Atmo is oprichter van Mooi Suriname. Ze kent haar land door en door en zet zich als voorzitster van KIVC actief in voor bewustwording en positieve verandering.
Voor contact: [email protected]